marjolein hillege

GROND & WATERWERK

26 Dankzij de dijken

Half oktober 2024 rijden we met Wendy en Olaf twee dumpers en een flinke kraan naar de Tremps. In Alcañiz hebben we dit fantastisch materieel gehuurd en een grote vrachtwagen heeft ze tot aan de weg nabij Mazaléon gebracht, met de vrachtwagen verder rijden over de smalle wegen achtte de chauffeur onverantwoord.

Dit grondwerk hadden we in het begin, zo’n zes jaar geleden, moeten doen, weten we nu. Maximaal water opvangen, dat is noodzaak, voor de bodem en daarmee voor de ontwikkeling van de bomen, de planten, de dieren en ons.

Twee dagen later starten Raymond, Bertin en Gé in alle vroegte met het graven van het basin, of beter gezegd van de laagte. Lang zal het water er namelijk niet in blijven staan, de bodem is vol gaten en de grond goed doorlatend dus dat water dat ooit zal vallen zakt vrij snel de bodem in.

Het basin is gelegen op één van de hoger gelegen terrassen achter de Mas Arriba. Het wordt een dikke meter diep en ongeveer 10 x 30 meter groot. Het krijgt uiteindelijk een kloeke vorm met flauwe taluds. , De bodem is vol met oude gaten van wortels, muizen en andere gravers, lang geleden gemaakt toen hier nog bos was. Er zijn geen verschillende lagen zichtbaar in de bodem.

De uitgegraven grond rijden we met de dumpers uit naar de taluds tussen de terrassen in de ‘doorgaande strip’. In die strip liggen de grotere, brede, min of meer gelijkvormige terrassen met vooral olijfbomen. We herstellen de forse gaten in de taluds en we maken lage brede dijkjes. Voor ons zijn dat hier nieuwe elementen maar voor Spanje stokoud.

Al vanaf de 8e eeuw sneden de Moren horizontale niveaus in de Spaanse heuvel- en berghellingen om landbouw op een vlakke ondergrond mogelijk te maken. Door de bouw van stenen muurtjes stabiliseerde de grond en werd ook het water langzamer doorgelaten zodat de bodem minder snel uitdroogde en wegspoelde. 

Achter deze muren werd extra grond aangebracht, die soms verrijkt was met compost en mest. De terrassen liepen ook wat flauw omhoog naar deze muren waardoor het water efficiënter werd verdeeld en zo lang mogelijk vastgehouden.  

In de jaren ’80 van de vorige eeuw werden voor de tractoren de paden aanzienlijk verbreedt. Daardoor is dit grond- en wateropvangsysteem doorbroken en stroomt bij grote regenval water en grond in grote hoeveelheden van het land af, richting rivier. 

We herstellen dus gewoon het eeuwenoude grondwerk. We zien ook dat enkele andere boeren de dijken en oorspronkelijke profielen recent hebben hersteld. 

Een hoger gelegen terras richting ‘Arena’, hier rechtsboven op de foto, is wat verdiept en met de daardoor vrij gekomen grond is het dijkje gemaakt, dat is met een kraan vrij makkelijk te maken. De hier eerder gemaakte diepere geul is dichtgemaakt, die was een renbaan voor zwijntjes maar veel anders heeft het niet gedaan. Ook op twee andere plekken, waar ook geen goede bomen staan, hebben we grond van het terras ‘afgeschraapt’ en daarmee dijkjes gemaakt.

Na een hele week van zonsopgang tot zonsondergang doorbuffelen is het voorgenomen werk klaar; in totaal is 300 m3 grond uitgegraven, zijn ruim 40 flinke gaten in de taluds gerepareerd, zo’n 19 terrassen bedijkt, twee enorme plantgaten gegraven, is een robuuste trap gemaakt en de oude cisterne van de Mas Arriba omgebouwd tot pierenbadje voor de kleintjes. Volop reden voor een toost en naambord voor ‘het Bekken van de ‘broers’.

We rijden alles weer terug naar de weg bij Mazaleón en nemen afscheid van deze geweldige machines. En dan is het wachten op de regen, na anderhalf jaar droogte zonder enige noemenswaardige bui, snakt alles en iedereen daarnaar. Binnen 10 jaar zou het basin toch eens een keertje vol moeten lopen denken we dan nog..

Eind van de morgen, 30 oktober, we rommelen wat in het huisje boven en voordat we het helemaal beseffen, barst de regen los met de hele dag onweer en bliksem. We hebben nog geen notie van de waterramp in Valencia als we eind van de dag eindelijk naar buiten kunnen en zien hoe dankzij de dijken de watermassa op ons land is gebleven en het grote basin en ook de kleinere laagtes tot de nok toe zijn gevuld.

Op enkele plekken hebben de dijkjes het begeven en stroomt het water met grote kracht naar een volgend terras maar gelukkig weten de lagere dijken deze waterstroom te keren. Het is wat onwerkelijk en als de avondzon alles in rode gloed zet, vooral prachtig en reden tot grote tevredenheid. Pas later zien we de verwoestende gevolgen van deze DANA in Valencia en ook komen de berichten van de geleden schade in de Matarraña binnen. Meer noordelijk, richting Ebro, was er minder regen en ook minder kapot.

Er is minstens 260 mm gevallen, dat is 260 liter water per vierkante meter. Dat is dan 2.600.000 liter per hectare, dus 2600 IBC tanks, gevallen gedurende ongeveer 7 uur. Dit beseffend, valt de schade op ons land mee; door waterdruk op muren, steile taluds en waterstromen in de door de dieren gegraven gaten, zijn stenen en grond op een aantal plekken naar beneden geschoven.

En na twee dagen is het basin weer zo goed als leeg. Het water is diep in de bodem gezakt en stroomt daar heel traag richting de rivier de Guadalope. Dankzij de dijken is sinds decennia het vele water weer lang op en in ons land gebleven.

Zonder al teveel kennis van het mierenvolk, denk ik dat ook voor hen, de zompige zachte aarde mogelijkheden biedt, ze maken er in ieder geval een fraai bouwwerk mee; er zijn er altijd baas boven baas.

Begin 2025 starten we met het herstel van de gaten in de taluds. Gé en zijn mannenbroeders maken met de bij elkaar gescharrelde stenen diverse muren waarna de gaten zo goed als mogelijk met grond worden dichtgegooid. We hebben eigenlijk een kraantje nodig, maar hoe deden de Moren dat dan?


Tot slot, een paar foto’s van de Syntropische vakken. In oktober hebben we met Olaf en Wendy het laatste kweekgoed van Mina uit Miraflores uitgeplant in een uitbreiding bij de vakken in het Amandelveld. Een paar maanden later staat het er prima bij, vooral de bomen lijken redelijk te zijn aangeslagen. En een groot deel van de vele verschillende soorten die we een jaar geleden hebben geplant, groeien als kool.

Helaas is dat niet zo bij het merendeel van de amandelbomen. We hebben ze afgelopen jaren zorgvuldig gesnoeid en met dierlijke mest gevoed maar niet zoals ze gewend waren met volop bestrijdingsmiddelen bespoten, met massa’s kunstmest omringd en rondom diep geploegd. Deze veranderde omstandigheden met daarbij de droogte van afgelopen jaren is ze fataal geworden. Niet op foto, het is te triest. We rooien ze en planten waarschijnlijk weer nieuwe amandelen en ander fruitbomen aan. Voor de bloesem verwijzen we voorlopig naar de buren.