22 oktober 2022
Zeven maanden geen regen, of in ieder geval geen regen die beklijft, dat maakt dorstige zwijnen vindingrijk en meedogenloos ook. Het is een ravage, bijna alle Groasiswaterboxen zijn door de dieren eruit gewipt. Met hun slagtanden of neuzen duwen ze de bakken met veel kracht uit de grond, dan rollen ze de bakken om het water eruit te laten lopen om te drinken. Het is een indrukwekkend slagveld, er zijn veel bomen dood maar gelukkig zijn niet allemaal. De uitwerpzwiep is zo hoog en de bomen zijn zo flexibel dat maar een paar boompjes zijn afgeknakt. Dit is wel een beperking en groot nadeel van de groasisboxen. We horen van anderen hoe goed en handig zwijnen hun vaardigheden en kennis ontwikkelen en hoe kennis en kunde generaties lang beklijven. Hoe we ze te slim af kunnen zijn, dat weten we nog niet.
Alle boxen zijn verzameld, schoongemaakt en opgeslagen en de overblijvende bomen zijn opgekalefaterd en goed verzorgd. Ook de bomen zonder box hebben te lijden door de hitte en droogte, ze zijn echter niet dood en wie weet komen ze nog terug.
Het ziet er naar uit, het slagveld, het is een teleurstelling of nieuwe uitdaging, net hoe je het wilt zien. Deze hete droge zomers en vindingrijkheid van de dorstige dieren zijn dusdanig dat we meer moeten beschermen tegen vraat en vernielzucht. En ook, in ieder geval de eerste jaren, is irrigatie onontbeerlijk voor groei. De Quercus cerrioides staan er vooral goed bij, de hulst en galeik ogen wat somberder maar wie weet hebben die meer tijd nodig. En ook leeft deel van de bomen op de hellingen nog. Vooral verschillende soorten eiken, aardbeibomen en een enkele geplantte Pinus. De bomen in de ‘eikenveldjes’ achter het huisje boven doen het ook goed, die zijn zonder veel compost in kleine plantgaten geplant. Dus wie weet is dat nu de beste manier.
Na een kleine twee weken arriveerden Hanna, Wendy en Olaf, de zeer welkome hulptroep die met veel swung en flair het verdriet om het verlies van de bomen deed vergeten. Het veld bij het terras van het gastenhuisje is door dit team gemaaid met klepel- en bosmaaier, de olijfbomen zijn flink gesnoeid, het snoeihout in stukjes geklepeld en met de eerste kleiballetjes ingezaaid.
En die kleiballetjes zijn nogal een project, Wendy en Gé hebben in verschillende samenstellingen en afmetingen balletjes gemaakt van een deel van de ruim 120 kilo nieuw gekocht graan, op de foto hierboven zie je ze op het groene zeil liggen. Het is het idee dat de balletjes met luzerne, gerst, erwten en wikke niet door muizen, mieren en vogels worden opgesnoept, het zaad al enigszins warmloopt en pas als er een regenbui het balletje uiteenvalt en het zaad start met groeien in het ongeploegde land.
Hanna en Wendy zijn niet van de tractor te slaan, de bosmaaier heeft geen geheimen meer en Olaf is in een paar dagen een volleerd snoeier. Bomen en struiken rond de paar galeiken (quercus faginea) op ons land zijn gesnoeid of gerooid om ruimte te geven aan deze hier zeldzame eiken.
De regen blijft maar uit, en het is warm, soms wel richting de 30 graden. We vullen de IBC tanks weer met water uit de cisternen en uit het dorp. Yvonne is voor de tweede keer in de vallei en nu samen met Jeroen. En met een gemak alsof dit dagelijks werk is, trekken ze met de cultivator achter de tractor de vier zaaibanen in de arena open om ze vervolgens in te zaaien met de eerdergenoemde granen.
Burkhard, onze buurman boven, heeft een oude ploeg uit Duitsland meegenomen en deze zodanig gedemonteerd dat deze inzetbaar is als Keyline trekker. Burkhards land heeft geen terrassen en loopt flauw en op sommige plekken steil af. Met hulp van 20 meter tuinslang, twee palen en een watergietertje worden de horizontale lijnen uitgezet en met de keylineploeg op die lijnen een diepe geulen gemaakt. Afstromend regenwater wordt in deze greppels opgevangen opdat dit kostbare water niet afstroomt en dieper de grond in kan trekken.
De bomen en heesters die we bij de kweker in Villamalea hebben opgehaald staan al weer even op het erf af te harden in de zon, terwijl rondom de kleiballetjes productie in aantal en techniek toeneemt. En dan, vrijdagavond 11 november rond half 7 begint het, om 24 uur later weer op te houden… eindelijk valt de zo verlangde regen!
En niet zo’n beetje ook, we maten zo’n 140 mm in 24 uur, dat is 140 liter water per vierkante meter, dat zijn 17,5 acht liter flessen water, voor het beeld. De net gegraven keylines liepen helemaal vol, net als de cisternes en opnieuw de al iets oudere swales (swales kan je zien als bredere en diepere keylines) liepen bijna over. Het is fantastisch om te zien hoe goed alles werkt; alle dammen en greppels houden het water vast, net als de begroeide weiden. Groot geluk is dat, tenminste voor ons.
Een paar dagen na de regen rijden we naar het dorp en zien we hoeveel schade er aan de wegen en boomgaarden is. Taluds zijn doorgebroken en asfalt en grind op de wegen zijn weggespoeld. We krijgen beelden binnen van kolkende watermassa’s op smalle weggetjes en in een kersverse boomgaard in Mazaleón zijn de jonge bomen door de waterstroom uit de grond gerukt. Daar waar de grond flauw afloopt, geen terrassen of taluds zijn gemaakt en diep is geploegd, daar is de kracht van het afstromend water desastreus.
De grond is nu als boter zo zacht dus we kunnen planten, eindelijk. 100 Quercus faginea, 100 Pinus pinea, 100 Crateagus monogyna, 100 Rosa canina, 200 Lavendula latifolia en ook nog 3 Rhus coriana, 3 Ziziphus jujaba, met daarbij de noten, melia en mimosa die we van Mina hebben gekregen, gaan de grond in. Daar word je blij van ;-). En voor het overzicht staat bij iedere boom een lila gekleurde bamboestok. Kleurt goed bij de saffraankrokussen van de markt op het Janskerkhof die hier binnen een paar weken opkomen vol kostbare saffraanlintjes.
De bomen en struiken planten we langs de kansrijke lange lijnen. Rondom het tweede huisje boven vooral de eiken en de pijnbomen rondom het derde huisje in de Arena. De plantgaten worden een ruime steek diep gestoken met de speciale plantspade uit Duitsland en de wortels van de jonge bomen en struiken worden in oplossing met mycorhyza gedoopt. Dan een scheut water, een laag stro en een kus. Het is een eenvoudige plantmethode en hopelijk niet aantrekkelijk voor zwijnen en de andere bondgenoten.
Omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, maken we in een lager terras goed zichtbaar vanaf het terras boven, een kwekerij met lavendel, pino’s en alles wat we over hadden, en ook stoppen we nog allerlei noten, eikels en andere vruchten in slagorde in de grond bij de eerste trap van Guus. En natuurlijk graven we in de zachte grond nog meer keylines.
Er staan in de vallei op de weg naar Mazaleón meerdere steeneiken, een daarvan is een grote majestueuze boom. Gé fiets een aantal keer naar deze boom om verse eikels te rapen. Ze staan nu met honderden tegelijk in de opkweek bij onze vriendin Mina in Miraflores. Mina is een van de velen mensen die we hebben leren kennen, mensen die ons in velerlei vorm helpen en ondersteunen. Zoals bijvoorbeeld Andrew, die eigenaar is van de olijfboomgaarden naast ons en dus onze directe buurman; hij haalt voor ons kippenmest bij een vriend van hem. Gé en Andrew kunnen eindeloos de innovaties in de landbouw bespreken. Onze aannemer Alberto heeft voor ons de kraanmachinist Juan Carlos gevonden, ze hebben samen het grondwerk rondom het tweede huisje deze herfst zorgvuldig uitgevoerd. José Miguel en Marie Carmen, de vorige eigenaren, hebben ons overladen met vers fruit en opnieuw weer over de bomen en de geschiedenis van het land vertelt, Andrés de timmerman en zijn zoon Aleix, corrigeren het immer bewegende houtwerk van de luiken en geven advies hoe o.a. druiven te stekken, Burkhard heeft de keyline ploeg uit Duitsland meegenomen, Jed vult de IBC’s als wij er niet zijn en doet de dingen die wij vergeten, Mina kookt goddelijk en kweekt voor ons bomen en tot slot hebben we vier nieuwe Hollandse Amigos gemaakt met wie we levensvragen doornemen en dan vooral veel proosten op vriendschap en voorspoed.