18 september 2021
Bij aankomst bleek dat door de paar zeer hete zomerse dagen een aantal bomen het loodje heeft gelegd, waaronder ook de sterke kurk- en steeneiken, helaas. Gelukkig stonden de bomen die Jed, die een paar valleien verderop woont, extra water heeft gegeven er monter bij en ook de bomen die water kregen via de door Jed bijgevulde IBC watertanks zijn oké.
Een ander geluk was de komst van de veelgevraagde graafmachinist José Luis, al in de eerste week. We zijn begonnen met het graven van een lange swale op de hoger gelegen terrassen in de Arena. Deze horizontale greppel ligt in het hoogst gelegen terras en vangt het water op dat bij forse regen van de helling afstroomt. We hadden het tracé van de swales van te voren precies uitgezet in losse onderdelen. Tijdens het werk bleek echter dat een doorgaande lijn eenvoudiger te maken is en ook een steviger beeld vormt. En zo’n lijn uit één stuk is ook makkelijker uit te leggen, dat is niet onbelangrijk. Later maken we dammen in deze swale om de hoogteverschillen op te lossen. Het hoogteverschil tussen bodem van de swale en het maaiveld is zo tussen de 30 en 80 centimeter.
We hebben nog een hele diepe sleuf bij een lager gelegen terras gegraven, misschien ooit het begin van een pond met een dam. En nog lager verlengen we een oud tractor spoor in de vorm van een brede slinger swale. Daar is een relatief nat terras dat gevoed wordt door het regenwater dat via de weg de wei inrolt. Het is een wat weelderige vorm geworden, door JL gemaakt in een uurtje en door ons verfijnd in een paar dagen tijd. De foto hieronder is genomen na een goeie regenbui en na een dag staat er nog water in. De slingervorm wordt vast wat verzacht door de tijd en het gewroet van de vroedmeesterpadden (harde kwakers zijn het).
De vijf IBC tanks geven, gereguleerd door tijdklokken, via dikkere en vele dunnere slangen ongeveer 400 jonge bomen om de 3 dagen ongeveer 400 ml water per boom. Vooralsnog werkt dat, vooral de bomen die in het ‘Kippenmest’ veld staan doen het goed, zelfs de meer kwetsbare Albizia’s, de Hollandse hazelnoten en de Rhus uit Ingen staan goed in het blad. Op de andere terrassen kleuren de haver, tarwe en gerst geel . Het graan is door de vogels en muizen opgepeuzeld en het overgebleven gerst geoogst voor het ooit te brouwen bier.
In maart hadden we een aantal grote en kleine banen ingezaaid met vlas, duivenbonen, luzerne, hennep en boekweit en in mei nog drie banen in de Arena met Soedangras en Japanse haver. Alles is enigszins opgekomen maar daarna weer ingestort, waarschijnlijk door droogte en arme grond. Links op de foto een paar pluimen Soedangras in de Arena, de Japanse Haver deed daar helemaal niks. Op de foto rechts wat luzerne die het wel een beetje doet en wat treurige vlas op de achtergrond.
Paul is er eind september en start gelijk met het maaien van het graan. Om de bomen en de hellingen bosmaaieren we de kruiden en grassen plat. En en dan is er regen, een perfecte timing. Waterputten vullen zich en de grond is weer te bewerken. En dit beetje regen weerhoudt de Delftse ingenieur niet om vanuit zijn thuisoffice op de wifi heuvel zijn werk te doen, in tractor groen!
In de wouden rondom de camping van Joost en Jet in la Fresneda, groeien flinke steeneiken, we hebben daar honderden eikels geoogst. Met grondboor zijn plantgaten gemaakt van verschillende dieptes : 10, 20 en 30 centimeter, voor de eikels en een handje compost. En nu is het afwachten … of de zwijnen, konijnen en reeën met hun neuzen de eikels niet kunnen bereiken en ook niet uitgraven. En of de eikeltjes ontspruiten ook.
De hoofdweg naar Maella, waar alle zijwegen vanuit de valleien samenkomen, voert ten hoogte van de Barranco de Tremps over de toppen van de heuvels, waardoor je ver kan kijken en een grote hemel je omgeeft.
Dat gevoel van opgenomen zijn in een groter geheel, dat is niet alleen ruimtelijk maar ook mentaal. We zien en ervaren, met onze handen in de klei en onze neus er bovenop, hoe alles in dit landschap met elkaar verbonden is en elkaar beïnvloedt. Ook ons doen en laten in de vallei beïnvloedt de sfeer, de waterhuishouding, flora en fauna, alsof we onderdeel uit zijn gaan maken van een groter eco-systeem. Je zou kunnen zeggen dat we onderdeel zijn geworden van een organisatie waar vragen en opgaven zich aandienen en daarnaast ook ruimte is voor eigen initiatief. Soms met de nodige weerstand maar meestal in een vanzelfsprekende flow.