16 maart 2021
Filomena heeft flink huisgehouden, de februari storm was In Aragón minder krachtig dan in Madrid maar desondanks was de combinatie van een 60 centimeter dikke sneeuwlaag en de flinke wind intens genoeg om de takken uit het merendeel van olijfbomen te breken. Het zag er bij aankomst uit als een slagveld, bijna alle 180 vruchtdragende olijfbomen hadden schade en het was veel werk om alles op te ruimen. Maar na al dit werk zie je er eigenlijk maar weinig van, je kan de takbreuk zien als een vorm van natuurlijke snoei.
Tientallen takken die op de grond lagen of nog uit de bomen zijn gezaagd zijn bij elkaar gesleept, we hebben de grote takken in kleine stukken gehakt voor de kachel. Alle smallere twijgen hebben we op die acht manshoge bergen verzameld en door een geleende hakselaar gehaald wat resulteerde in zo’n zes kuub snippers. Die snippers hebben we bij jonge bomen, ingezaaide stroken en op ludieke bergen uitgespreid.
Dit jaar zagen we voor het eerst zagen de bloei van de amandelen en ook eindeloze vlakten rozemarijn en ander rose en paars bloeiende bloemen. Ik heb een paar keer gereden met Lettie op haar IJslandse paarden rond de rivier en in de heuvels in een romantische rose wolk.
Zaaien is in principe een effectieve manier de bodem te verbeteren; met nieuwe wortels en voedingsstoffen, voedsel voor insecten en ruimte voor water. Een betere bodem geeft betere kansen voor bomen en we hebben in de volle grond op ingezaaide velden en ook in zaaibakken stekken en noten van steeneiken, hazelaars, walnoten, Indische seringen (Melia azedarach) en Johannesbroodboom (Ceratonia siliqua / Carobe) uitgezet.
Ook zijn in enkele brede banen tussen de olijfbomen en op een paar strookjes dicht bij het huis voorjaarsgraan en kruiden zoals vlas, duivenbonen, luzerne, hennep, boekweit en sorghum uitgezaaid. De losgemaakte stroken zien er na al mooi uit tussen het lichtgroene gras. Het is wel afwachten of het opkomt en daarna ook de voorziene droogte kan doorstaan.
We proberen nu zo’n twee jaar van alles op en met het land. Niet alles lukt maar de sfeer zijn we werkelijk veranderen. Dit voorjaar vulde de vallei zich met vogelgekwetter, twee keer was er een enorme zwerm spreeuwen met een hels kabaal. Dagelijks allerlei fladderen er in de vallei klein spul zoals het kleine zwart kopje, zwarte spreeuw, boomleeuwerik, koolmees en de kanarie. En we hadden een mol, dat betekent bodemleven. We denken dat die toename van dieren komt door ons werk natuurlijk. Er is geen bewijslast maar toch.
Aan de andere kant van de heuvel trekken echter de echte helden ten strijde tegen de megalomane en ingrijpende windmolenplannen in heel Aragón, plannen die niets en niemand ontzien en vanuit Madrid zonder enig overleg worden opgelegd. Er zijn regelmatig bijeenkomsten van grote groepen tegenstanders, hardlopers en fietsers bewegen door de streek om aandacht te vragen en informatie te delen.
De 84 torens van het project dat onze directe omgeving het meest beïnvloedt zijn ruim 180 meter hoog, de benodigde wegen voor het werk- en onderhoudsverkeer zijn 8 meter breed, voor de molens, wegen en installaties worden vele heuvels weggeblazen om de grond te vereffenen en er wordt onnoembaar veel beton in de heuvels gestort. Ik kan niet achterhalen waarom de molens hier zijn gepland en niet op de vele eindeloze dorre, winderige, boomloze en makkelijker te ontsluiten vlaktes, helaas. De linker foto komt uit de appgroep van de Gent del Matarraña. De rechter is genomen bovenaan de vallei, nog zonder molens.
Op kleinere schaal sluit ik ook deze blog weer optimistisch af, met de uitgesproken groene velden van dit voorjaar. Daar waar we kippenmest hebben uitgestrooid zijn de granen hoog en dicht. Op de overige terrassen lijkt het land vanaf een afstand op een groen laken, maar dichterbij zie je de dunne sprieten en open plekken. En de wikke, die groeit op die ‘magere’ velden juist vol en uitbundig.